Net gebeurd het wéér. Ik stoot hard mijn teen tegen een
bezem die in mijn blinde hoek staat. Aiaiai.
Ze zeggen weleens dat je van vallen en opstaan leert, dat
een ezel zich geen twee keer aan dezelfde steen stoot en dat je er ‘hard van
wordt’. Nou, mij kan het gestolen worden.
In mijn leven is stoten en struikelen een dagelijks
terugkerend fenomeen. Sinds mijn staaroperatie van 2 jaar geleden is dit
toegenomen. Heel irritant.
Secretaresses die veel zitten krijgen ‘deukdijen’. Dat
bestaat echt J.
Maar voor zich telkens stotende slechtzienden bestaat nog
niks. Wat zou toepasselijk zijn…? Hmm, beuk-bovenbeen, voor als ik weer eens tegen de punt van mijn bed aan loop?
Scheur-schouder omdat ik geregeld de afstand tot de deurpost verkeerd inschat en er knoerthard langs af schaaf.
Of misschien knalkop, wanneer ik tegen de punt van een openstaand keukenkastje bots omdat deze door mijn blinde hoek letterlijk uit het vizier is.
Ik vind van mezelf dat ik ‘tegen een stootje kan’ in
figuurlijke zin. Maar letterlijk is dat niet altijd zo. Telkens als ik me bezeer door toedoen van mijn gebrekkige
zicht, krijg ik er emotioneel ook ‘een opdonder’ van. Soms klein en soms groot. Hoe pijnlijker, hoe vervelender en hoe groter
de scheldpartijenJ. Schelden
helpt natuurlijk niet. Het zorgt vooral voor een tijdelijke rotstemming (van
10 seconden tot 5 minuten) waarin ik tijdelijk alle bereikte acceptatie en zen
gevoelens rondom mijn slechtzienheid he-le-maal
kwijt ben. Dan is het een grote handicap.
Het onder de knie krijgen van dit staaltje mindfullness en
frustratie management, is nog werk in uitvoering.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten