maandag 18 april 2016

Zachte kracht



Sinds 6 weken begeef ik me weer op de arbeidsmarkt. Heerlijk. Vrije tijd, voelt extra´vrij´. Ik ontmoet veel leuke nieuwe mensen en mijn geest wordt weer aan het werk gezet! Wat betreft de processen die horen bij inwerken, lig ik goed op schema. En de daarmee gepaarde gewoontes en valkuilen hebben zich aangediend. Te veel, te snel willen doen. In oplossingen denken waar ik beter vragen kan stellen, en mijn agenda te vol plannen. Ik ben op dit moment ‘onbewust bekwaam’ zoals dat heet. Dus CHECK. Alles op koers.

Inherent aan het me begeven in nieuwe situaties, zijn  tactieken die horen bij het zo snel mogelijk creëren van een ´comfortzone´ wat mijn slechtziendheid betreft.
Ruimte verkennen en inprenten waar dingen te vinden zijn. Onthouden hoe folders, kantoorartikelen er uit zien zodat ik ze in het vervolg beter herken. onthouden wie mensen zijn, hoe zij qua postuur eruit zien, zich voortbewegen en hoe hun stem klinkt. En vooral ook mensen zo snel mogelijk inlichten over mijn ogen.

Ik doe er heel stoer over maar ergens diep van binnen blijf ik dat spannend vinden. Gek eigenlijk. Ik zie nu mijn hele leven (39 jaar) slecht en ontmoet geregeld nieuwe mensen. Je zou denken, dat het went om over mijn ogen te vertellen. Toch niet. Een fractie van een seconde, voel ik altijd een soort pijn en ongemak.

In mijn team was de weg al redelijk geplaveid. Mijn collega´s wisten al van mijn visusbeperking. Maar ik kom wekelijks nieuwe mensen tegen door het ambulante karakter van mijn functie. En dan kan ik me pas écht ontspannen in dat contact als ik ’HET’ heb gezegd…
Vooral het stuk over mijn scheef staande ogen verduidelijk ik graag omdat met name dat me in mijn beleving ´anders' maakt ten opzichte van goedzienden. 
Diep van binnen wil ik niet ´anders´ zijn. Mijn aanname: als men eenmaal die scheve blik gewend is, heeft men de rest van mijn handicap niet meer zo door. Mijn slechte zicht kan ik (volgens mijzelf) redelijk verbergen en normaliseren. Dat is echter heel hard werken.
Was ik daar niet mee gestopt???

Om die pijn te omzeilen en uit zelfbescherming, leg ik in een eerste kennismaking meteen alle kaarten op tafel.
"Ik kan je niet recht aankijken omdat ik slecht zie. Mijn rechteroog is blind en mijn linker oog ziet 15%".
Gevolgd door; "Ik heb er niet zoveel last van hoor. Ik moet wat dichter bij de dingen zitten om ze te kunnen zien maar da´s geen probleem".

Mijn gesprekspartners reageren altijd positief op mijn ontboezeming. Zij hadden al lang gezien dat ik ‘iets’ aan mijn ogen heb. Reacties als geen probleem, knap van je zeg en daar heb ik respect voor, behoren tot de vele positieve commentaren.
Na zo’n positieve reactie voel ik me doorgaans weer in mijn kracht staan. Dan verdwijnen de minuscule pijnsteek en onzekerheid over de ontvangst van mijn persoon inclusief handicap.

In mijn baan, probeer ik m’n grootste valkuilen te vermijden zoals meedoen in het tempo van mijn goedziende collega’s. Bijzonder: ik krijg alle ruimte om te zijn wie ik ben, inclusief handicap. En toch neem ik die ruimte niet graag in.
Ik wil niet onder doen.

Aangezien ik mijn grootste criticus ben en een perfectionist met een duidelijk beeld van wat ‘goed werknemerschap’ is, zie ik hierin de komende tijd een mooie uitdaging, in het bijstellen van mijn overtuiging. 

Laatst hoorde ik ergens de term ‘zachte kracht’. Práchtig. Dat helpt me om zacht te zijn naar mezelf. Ook al heb ik er nog veel in te leren. Vanuit die beweging mijn weg zoeken in mijn werk en in contact treden met de mensen die ik ontmoet, klinkt heel prettig.
Een mooi voornemen.