Weet
hij het? Voelt hij dat mama’s ogen niet hetzelfde doen als die van hem en papa?
Hij
ziet in ieder geval dat mama met haar neus bovenop de dingen staat en een
aantal keren per dag haar lens indoet.
Luuk
groeit op met een slechtziende moeder. Meestal heb ik het zelf niet eens in de
gaten. Omringd door een goedziende omgeving, waan ik mij net als zij. Een
illusie uiteraard omdat ik bij lange na niet zie wat mijn man en zoon zien.
“Mama
kijk, kefer-auto!” roept Luuk verrukt! En hij komt vol enthousiasme zijn zwarte
kever laten zien. Hij is een enorme auto-fan. Een échte jongen want alles wat
rijdt, vindt hij fan-tás-tisch!
Prachtig schat, zeg ik met dezelfde verrukking in mijn stem. En Luuk straalt
nog meer.
Op
afstand gebeurt dit ook; “Kijk mama…”
Soms
antwoord ik ‘mooi schat’ en ga weer verder met mijn bezigheden.Soms vraag ik “wat heb je daar? Mama ziet het niet goed schat, kom maar even laten zien”.
En soms loop ik even naar Luuk toe. “Mama komt even van dichtbij kijken”.
Er wordt door mij een appél op mijn omgeving gedaan, gevraagd en ongevraagd. Simpelweg omdat ik de dingen anders zie dan zij.
Laatst
bijvoorbeeld, viel mijn lens op de grond. Grrr, heel vervelend want ik zag ‘m
niet meer liggen. Op
handen en knieën, vloertegel voor vloertegel aftastend, speur ik de vloer af in
de richting waarin ik de lens heb horen vallen. Bang dat Luuk erop zou gaan
staan, maan ik hem weg te blijven. Dat werkt dus niet bij een peuter van bijna
2 en nieuwsgierig als hij is naar wat mama voor leuks doet, komt Luuki
aanlopen. ‘Aarg, dadelijk staat ie erop’, schoot door mijn hoofd, ‘1100 euro'!!!
Kapot….’ Maar nee, in plaats van erop te staan, raapte Luuk de lens (compleet
uit mijn zoekrichting) voorzichtig op en gaf ‘m terug. “Goed zo schat! Dank je
wel! Wat help jij mama goed”!
Opgelucht
en ontroerd, pakte ik de lens aan. Dit was de eerste keer dat Luuk me hielp
omdat ik het niet zag.
Nu
ik het opschrijf, moet ik er klein een traantje bij wegpinken. Omdat mijn
handicap even als handicap voelt en dat ‘steekt’. Maar Luuk verblikt of
verbloost niet en gaat weer door met spelen. Hij beweegt zich in een voor hem
een totaal geaccepteerde realiteit.
Met
mama meekijken hoort erbij. Dat wordt met de paplepel ingegoten.
Hij
zal er wellicht best weleens van balen dat zijn moeder dingen niet ziet, Op de
vijfde rij zitten in de bioscoop is niet cool of voorlezen op menukaarten
wellicht irritant? Dat is ook een realiteit en is helemaal prima.
And…
Life goes on!…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten