dinsdag 28 oktober 2014

SZ-Label


Wanneer we iets hebben, is dat meestal wel te duiden en te labelen. Het grappige  is dat het in de menselijke aard lijkt te liggen om zo ‘normaal’ mogelijk te zijn. En zo goed mogelijk mee te kunnen in de maatschappij.  Ik inclusief. Best bijzonder als ik er bij stilsta want heeft niet bijna iedereen wel ‘iets’? Ikzelf behoorde tot voor kort tot het type ‘doen alsof er niets aan de hand is’. Dan is het er niet.

Maar mijn handicap valt best wel op. Alleen al door de scheefstand van mijn ogen  ziet een ander het meteen. Of bijvoorbeeld  door de hele korte leesafstand (5cm) die ik er op na houd. Er zijn vast nog veel meer uiterlijke opvallendheden waar ik me niet van bewust ben..

Door levenslange training in het  ‘leven als een ziende’ , ben ik er een expert in geworden.
Soepel voortbewegen in de omgevingen waar ik kom, anticiperen op obstakels door er in een fractie van een seconde betekenis aan te verlenen (middels vormen duiden, geuren, en allerlei informatie die ik bij elkaar kan  schrapen uit wat mijn overige zintuigen me vertellen.
Het opgroeien met een goedziende tweelingbroer, 10 jaar  op aardig niveau  turnen en door mijn ouders gestimuleerd zijn de wereld zelf te ontdekken,  draagt  daar enorm aan bij.

Door al mijn training valt het mensen uit mijn directe  omgeving niet meer op dat ik slecht zie. En onbekenden, na vijf minuten ook niet meer door mijn vlotte babbel  en ogenschijnlijk moeiteloze voortbewegen.
Dat wilde ik het liefste zo houden. Normaal zijn en  mijn handicap lekker negeren.
Tot ik zwanger werd en met zware vermoeidheid door overcompensatie van mijn handicap uitviel.

Er is sindsdien een heel proces van onderkennen en acceptatie op gang gekomen. Een van  mijn ontdekkingen  is, duidelijker zijn naar ‘de buitenwereld’. Dus signalen afgeven over wat ik wel en niet zie/kan.  Als anderen meer weten over slechtziend zijn en hoe dat bij me werkt,  dan kunnen ze er meer rekening mee houden. Dan hoef ik niet zo hard te ‘werken’ en kan ik meer bij mezelf blijven en  kost het minder energie.
 

Signalen uhuh…
In overleg met de ergotherapeute van koninklijke Visio heb ik  een herkenningsstok aan geschaft.

Die zit in mijn handtas en kan ik uitklappen in drukke omgevingen waarin ik de drukte niet overzie.
De stress van tegen iemand opbotsen, omdat diegene vanuit mijn blinde hoek komt, wordt dan wel wat minder maar… andere stress komt terug…

SCHAAMTE. Ik heb wat... ik ben niet meer anoniem en kan dan niet meer doen alsof ik ziend ben.
Ik vind het telkens nog heel heftig om de stok te gebruiken maar doe dat wel steeds vaker.

Dat was signalen geven, stap 1. Toen kwam stap 2, geheel vanuit mijn eigen initiatief.
Ik heb een SZ bordje besteld! Ben ik gek geworden…???
Nee. Misschien iets dichter bij ‘gedogen’ dat ik slecht zie.
Sinds ik met onze zoon fiets, merk ik dat verkeer me weleens overvalt. Het SZ bordje is nu achterop mijn fiets gemonteerd.  Zodat anderen in het verkeer, zien dat ik het niet zie en daar hopelijk op anticiperen.

Nu fiets ik dus met SZ prijkend, achterop. Ter compensatie staat het fietsstoeltje van Luuk op de voorkant.  Mama zijn, daar ben ik waanzinnig trots op. Met of zonder SZ!

 

 

zondag 12 oktober 2014

"Mama's oogjes doen het niet zo goed".


Onze zoon is op een leeftijd gekomen dat zijn wereld in rap tempo groter wordt. Luuk ziet van alles om zich heen, wijst ernaar en roept ernaar. Kijk! Deze! Een arsenaal aan onverstaanbare klanken en kreten van verwondering en plezier passeren de revue. Hij benoemt op zijn manier alles wat hij ziet en wij reageren daarop. Met als gevolg hele gesprekken en gezellige onderonsjes.
Vogels, honden, scooters en auto’s behoren op dit moment tot de hot items. 

Als we binnen zijn, kijken we regelmatig samen naar buiten. Dan trommelt Luuk driftig met zijn handjes tegen het raam en roept hij zijn vrienden de vogels.
Wij vertalen dan; ”vogels joehoe”. “Hallo jongens, waar zijn jullie”…

Nu stikt het  hier in de buurt van de kauwen. De buurt, inclusief wij, beschouwt ze als een plaag maar voor Luuk zijn ze een hoogtepunt. Dus bij het naar buiten kijken, altijd prijs bij het vogels spotten. 

Laatst liep ik met Luuk buiten en hij was weer volop aan de babbel… kijk!, Kijk!
Mijn antwoord; “Ja, jij ziet een heleboel he. Mooi! Mama’s oogjes doen het niet zo goed dus ik zie niet alles wat jij ziet”.

Ik hoorde het mezelf tegen hem zeggen en voelde me even heel vertederd.  Het geeft namelijk op een eenvoudige manier precies weer hoe het in ons gezin is verdeeld op de afdeling visus. Papa heeft de ogen van een havik en mama die van een mol. Het is nu eenmaal zo dat ik heel veel niet zie van wat Luuk aanwijst en bedoeld. Ik gok het er gewoon op en benoem geregeld dat hij het goed aanwijst maar mama niet weet of ze goed snapt wat hij bedoeld.

Wat wel weer bijzonder om te merken dat daardoor andere zintuigen bij Luuk extra ‘aan staan’ in het ontdekken van zijn de omgeving. 
Wat me opvalt is dat Luuk naast kijken ook gericht is op geluiden. Vliegtuigen, vogels, papa die de trap op komt, de hond die boven rond trippelt op het parket… dan gaat het handje omhoog en komt er met een vragende intonatie een geluid uit zijn mond alsof Luuk wil zeggen, Ik hoor iets, jij ook?

Elk nadeel heb zijn voordeel, wordt hier wederom bevestigd.

 

 

maandag 6 oktober 2014

Diner in the dark


Zaterdag zijn Roy en ik voor het eerst ’oppas-loos’ van huis gegaan, drie deuren verder.
 Luuk in zijn bed en wij, met de babyfoon op zak, naar de BBQ van onze buurtjes. Weer een stap in het proces van loslaten voor deze mama, hihi. Poeh!
Maar goed, ik had er zin in want we wonen in een straat met hele gezellige mensen waarmee we goed contact hebben en op feestjes/ BBQ’S altijd veel lol hebben.

Het mooie nazomerweer had gezorgd voor een lekkere temperatuur dus stond iedereen buiten te eten en socializen.
Nu kom ik geregeld in het huis van onze gastheer en gastvrouw en weet ik ongeveer hoe het ingedeeld is. Handig bij oriënteren. Deze keer stond de boel helemaal anders i.v.m. het feestje.

Situatieschets.
De eettafel diende als buffettafel.
De huiskamer was leeggeruimd (dansvloer).
I.v.m. mooie weer stond er een partytent in de tuin met statafels eronder.
Het was heel sfeervol verlicht. Mooie kaarsjeslangs het tuinpad en nauwelijks ander licht.
Op de schuur stond een  spotlicht richting partytent gericht, bedoeld voor het bijlichten van de BBQ. Gevolg: verblindend effect bij schijnsel in je ogen.

 Oké, da’s dus ‘ diner in the dark’ Even hergroeperen Caro.
Op die momenten valt me op hoe ik geholpen ben door routine, herkenning op geheugen,  vanuit daar betekenis verleen en daarop anticipeer in mijn handelen.
In bekende situaties, kan ik vlotjes en ogenschijnlijk gemakkelijk meedoen met alles. Zelf eten halen, anderen meestal herkennen en her en der gaan kletsen. Nu voelde ik mezelf ‘verstarren’.

Bij binnenkomst was iemand zo lief om meteen te vragen of ze me moest helpen, in de gaten hebbend dat haar hulp waarschijnlijk wel gewaardeerd werd... En ik hoorde mezelf aangeven; “graag, want ik zie er geen bal van. Alles ziet er anders uit en dan herken ik het niet meer. Dus geen idee wat nu wat is op deze buffettafel”. Opgelucht met haar hulp en ook het signaal dat ik gaf m.b.t. mijn slechtziend zijn.
Ik ben dol op salade bij BBQ’s. maar vanavond besloot ik  geen groene salade met feta te nemen omdat ik deze buiten, in het donker, onmogelijk op een elegante handige manier zou kunnen opeten. Geen zin hebbende in gedoe nam ik de huzarensalade; dat plakt goed aan je vork.

Terwijl mijn hamburger gegrild werd, noemde een ‘ mede hanger’ aan de statafel dat er voor me een bakje met verrukkelijke knoflooksaus stond. Na het proeven al grappend doorgegaan over die verrukkelijke saus. Ook toen het bakje ineens even weg was. ‘ kan je wel, sausjes jatten van blinden, haha”. Daarop kwam een goeie blindengrap terug! 1-1…

De rest van de avond ben ik blijven hangen onder de partytent. Omdat ik geen zin had om veel ontdekkingsmoeite te doen of iemand te vragen met me mee te lopen de tuin in bijvoorbeeld om te gaan kletsen met andere buren die ik wel hoorde maar niet zag.
Ik heb me suf gelachen onder die tent. Foute nummers en hits van onze jeugd, werden op de Iphone opgezocht en we zongen keihard mee, samen met foute dansjes en hele foute grappen haha.

Om 23:30 lag ik in mijn bed.
Onze spruit heeft nog wel enorm liggen spoken die nacht… dus eruit mam en pap! Zul je altijd zien. Maar dat hoort erbij en doen we met liefde!

De clou van dit alles voor mezelf:
Laat je helpen, scheelt bergen energie. Bewijzen hoeft niet. Sterker nog, het is juist heerlijk om hulp te krijgen!
Ben duidelijk over je handicap.
 Het is prettig om me te verhouden naar wat lukt bijvoorbeeld door onder de partytent te blijven staan.  

En, weggaan met babyfoon is voor herhaling vatbaar!