woensdag 27 juli 2016

Gewoon bijzonder




In iedere (liefdes)relatie vul je elkaar meestal op een natuurlijke manier aan. Qua karakter, vaardigheden of interesse. De een heeft meer zus, de ander meer zo. 
- De een houdt meer van auto rijden, waar de ander liever meerijdt.
-  Waar de een houdt van een ordelijk huis, hecht de ander daar minder waarde aan.
- De een is een ochtendmens,de ander krijgt zijn ogen pas na negenen fatsoenlijk open!
En zo kan ik nog honderd voorbeelden bedenken. Ieder heeft zo zijn ‘strong points’ en voorkeuren en je houdt daar altijd wel rekening mee. Over de breedte genomen kom je daarmee, wat betreft balans,ongeveer in het midden uit.

In de relatie van mij en mijn man is dat ook zo. Echter, is er soms sprake van een zwaartepunt dat slechtziendheid heet. We zijn gelijkwaardig aan elkaar. Uniek als mens maar in ons geval in zekere zin niet ‘gelijk’. Roy neemt regelmatig extra hooi op zijn vork omdat ik door mijn beperking mijn grenzen tegen kom. Ongewild en soms heel onverwachts. Dat tornt aan onze balans. Zowel die van ons samen als die van ons apart.

Een voorbeeld: Vakantieplannen maken.
We hebben zin om op vakantie te gaan zoeken zoeken mogelijke bestemmingen. Ik houd erg van Zuid-Frankrijk en Italië. Lekker buiten leven met zon, zee en strand. 
Leuk in theorie maar in de praktijk betekent het dat Roy het hele stuk alleen moet rijden. En deze keer wil hij dat niet. 

Roy ‘draagt’, tijdens zo’n vakantie, ongemerkt best een heleboel.
In een vreemde omgeving, reken ik meer op zijn ogen dan in een bekende omgeving. Daarnaast is hij de aangewezen persoon om Luuk in de gaten te houden. En neemt hij op praktisch gebied een hoop voor zijn rekening. Zoals in een vreemde supermarkt de anders verpakte boodschappen zoeken. Of met een fietstocht de weg wijzen en me op verkeer attenderen.

Dit gaat meestal ongemerkt. Maar af en toe bereikt Roy een punt waarop hij aantipt dat het soms weleens zwaar weegt. Dan voel ik me onmachtig en geconfronteerd met mijn slechte zicht. Op zijn zachtst gezegd vervelend! Soms leidt dat tot de nodige wrijving.
Dan knalt het even in huize Clermons. Maar na die ontlading, vinden we altijd wel begrip voor ieders gevoel. Hoe het eraan toe gaat in onze relatie en ons huishouden is voor ons beide heel gewoon. Maar tegelijk vind ik het ook bijzonder.

We kunnen niets aan de situatie veranderen maar deze wel zo comfortabel mogelijk maken.
Door bijvoorbeeld dichterbij huis op vakantie te gaan of te vliegen en lokaal een auto te huren.
Of door een huishoudster in te huren.

Eén voordeel zit er wel aan vast… laatst verzocht Roy me vriendelijk of ik “álsjeblieft NOOIT meer de afwasmachine wil inruimen”. Omdat ik deze, volgens hem, totaal inefficiënt inricht. Als je het dan vanuit de zonnige kant wilt bekijken… dan is dit voor mij wel een groot pluspunt!





woensdag 13 juli 2016

Heb je gestofzuigd schat?



Heb je gestofzuigd schat?
Hoezo?, ja! Zie je dat niet?
Sorry schat, nee. Dat is niet te zien. Overal ligt nog stof.
Weet je hoe GOED EN SECUUR ik gestofzuigd heb?! Meter voor meter! En zelfs gevoeld tussentijds…
Ik stofzuig echt nooit meer! Dat doe jij maar lekker voortaan!

Stofzuigen is zo’n karweitje waardoor ik me echt heel gehandicapt kan voelen. Als ik denk dat ik het goed gedaan heb, ziet mijn man altijd nog vanalles liggen, de havik... Meestal stop ik na een dappere poging weer voor een paar maanden. En als ik weer eens de moed heb verzameld tóch onze stofzuiger weer eens ter hand te nemen om hem te verrassen… kom ik meestal achteraf voor een teleurstelling te staan.
Wéér niet goed gebeurd. Zeer frustrerend kan ik je zeggen.

Hoe stofzuigt een slechtziende:
- Per vierkante meter zuig ik het oppervlak 2x. 1x horizontaal en 1x verticaal.
- Om de aantal meter, buk ik en veeg ik met mijn vrije hand over de tegels.
- Bespeur ik nog stof met mijn vingers? Weer even zuigen en checken.
- Als dat deeltje van de vloer schoon is, ga ik weer verder.

Ons woonkamer met inbouwkeuken is 13 meter lang en 5 meter breed. Ik doe over een goede stofzuigbeurt, zo’n 25 minuten.
Ik sta vrij gebogen over de stofzuigerslang heen zodat ik met mijn snufferd zo dicht mogelijk bij de tegelvoer ben.
Tijdens het stofzuigen kijk ik zeer geconcentreerd naar de grond zodat ik niks oversla.
Ik geniet ervan als ik zand door de stofzuigerslang heen hoor tikken omdat het me het idee geeft dat ik alles goed schoon krijg.
Vervolgens nog op m’n knieën om met de kleine zuigborstel in de hoekjes van de kamer en keuken te komen.
En klaar is Caro.

Zoals je merkt kost zo’n huishoudelijk karwei me behoorlijk wat fysieke- en kijk-energie.
Maar soms vind ik het gewoon lekker om te doen. Daarnaast wil ik niet altijd dat dit soort dingen op de schouders van mijn man neerkomen. Omdat hij al zoveel dingen op zich neemt die ik niet kan of die mij veel moeite en energie kosten. Bijvoorbeeld auto rijden, de weekboodschappen of de vaatwasser op een fatsoenlijke en efficiënte manier inruimen.

Al met al is er een goede balans in huize Clermons.
In het huishouden, in het zorgen voor onze zoon en de dagelijkse gang van zaken.
We zijn een hecht en echt team.
Maar soms, als weereens duidelijk blijkt dat ik dingen echt niet kan zoals een ziend iemand, kan ik mijn handicap weleens ‘aan de wilgen’ hangen!






vrijdag 3 juni 2016

Luuk is gevallen.



Sinds onze zoon is geboren, zijn er nieuwe vrienden in ons leven gekomen. Die ontmoetingen zijn tot stand gekomen door onze kinderen. Zo ook met Hannah (3 jaar) en Marjolein. Al vanaf de ontmoeting tussen Hannah en Luuk, is er een klik tussen die twee. In eerste instantie zijn we gaan carpoolen naar ‘muziek op schoot’. En nu, ruim anderhalf jaar later, zien we elkaar meestal wekelijks.

Nadat Luuk een uurtje bij Marjolein had gespeeld (zodat ik in alle rust even naar de fysiotherapie kon), besloten we naar een cafeetje te gaan met een grote inpandige speeltuin. Aangekomen begreep ik waarom Marjolein er vaker komt. Het was werkelijk een klim- en speelparadijs:

  • Een groot fort met zacht materiaal beklede plateau’s, afgeschermd met netten zodat de kinderen er niet uit konden vallen.
  • Een levensechte rode auto waarin gestuurd kon worden.
  • Een omheinde baby/peuterhoek in de vorm van een theater. Helemaal bekleed met zacht materiaal  waarin een glijbaantje, ballen en grote kussens stonden.
  • Tafeltjes voor de mama’s en papa’s met lekkers op het menu.

Het concept, de stijl en de aankleding waren helemaal áf en zelfs tot in de toiletten goed doorgevoerd.

De kinderen konden lekker vrij spelen. En omdat ze nergens weg konden lopen, hoefde ik niet zo op Luuk te letten.
Het sfeerlicht maakte echter wel dat het in de speelhoek van het fort wat donker was, waardoor ik Luuk niet goed kon zien.
Als ik alleen zou zijn geweest, was ik met hem op ontdekking gegaan om op die manier een oogje in het zeil te houden. Maar nu waren Marjolein en Hannah erbij. Daarom besloot ik Luuk zelf te laten ontdekken. Dat was duidelijk een staaltje loslaten voor me, pfff... Hij is nog best jong en vindt nieuwe omgevingen wennen.
Ik zag aan Luuk’s voortbewegen dat hij het spannend vond. Hij keek een paar keer naar me en ik zwaaide dan en moedigde hem aan lekker te gaan spelen. Toen Luuk de rode auto in het vizier kreeg, sloeg dat om in enthousiasme! Het is nogal een auto-fan ;-)
Marjolein hield de kinderen ook in de gaten en dat hielp bij het verder loslaten. Bijvoorbeeld toen een jongetje speelgoed afpakte van Luuk, sprak ze dat kindje erop aan.

Na een tijdje werd het tijd voor de lunch. De dame en heer wilden beiden een 'bammetje' pindakaas en hagelslag. Oké. Dat regelen we.
Toen het eten was geserveerd, werd het tijd om de kindjes aan tafel te zetten. Maar wáár waren ze?
In die schimmige omgeving viel Luuk me voor geen meter op.
Marjolein wees aan waar Luuk zat terwijl ze Hannah uit een andere hoek ging plukken.

Luuk was boven in het fort geklommen (zo’n 3 meter boven de vloer). De treden naar beneden waren plateau’s die zo’n halve meter in hoogte van elkaar aflagen.
Terwijl Luuk naar beneden klom, zocht ik de uitgang van het fort om hem mee te nemen naar de tafel. Ineens hoor ik “mama HELP”. Daar hing Luuk, bungelend aan zijn armen. Hij had op één of andere een traptrede gemist .

Geschrokken riep ik dat hij zich vast moest houden en ik wilde direct naar hem toe. Maar dat lukte niet door alle netten die gebruikt waren om de trappen af te schermen.
Wat een stress!

Omdat er verder niemand in de buurt was, die te hulp kon schieten, stak ik mijn  handen door de gaten van het net om te proberen Luuk op te vangen.
Het lukte me om tot aan mijn polsen mijn handen door het net te wurmen. Daardoor kon ik Luuk een klein beetje aanraken. Maar zeker niet voldoende om hem uit zijn hachelijke situatie te redden.

Wat nú?! flitste door me heen. Oké dacht ik, als ik ‘m niet kan opvangen, kan ik hem misschien op het plateau duwen waar hij voor hangt.
Er kwam geen beter idee in me op dus ik zei tegen hem wat ik van plan was.
“Mama duwt je achteruit op de plank. Laat maar los”…
BOEM! AUW! huilen… !
Plan mislukt.

Daar viel Luuk,naar beneden, op het plateau een meter onder hem. Omdat hij lang is en hing, werd zijn valafstand gelukkig wat kleiner.Maar ach, die arme jongen…
Hij had er helemaal op gerekend dat mama hem zou vangen. En dat was niet zo!

Na de val, kwam ik erachter dat er een opening was op nog geen meter afstand van waar Luuk gevallen was. Niet gezien… Waar een goedziende in 1 oogopslag de hele situatie overziet en meteen de ingang van dit fort ziet, kost het mij zoveel moeite. Letterlijk aftasten en tegen netten aanlopen om de weg te vinden terwijl mijn kind me nodig heeft is heel frustrerend! Klote ogen!

In een flits kwam er in mij de gedachte dat dit de eerste keer was, dat ik er niet voor hem kon zijn terwijl hij me nodig had. Naast mijn schuldgevoel over het niet kunnen opvangen, deed ook die gedachte mij even flink zeer.

Luuk was behoorlijk onder de indruk. In het moment leek de schrik snel over te zijn maar ’s middags thuis heeft hij, na zijn middagdutje, 20  minuten verdrietig en snikkend in mijn armen gelegen. Waar hij me vertelde over hoe geschrokken hij was van zijn val in het fort. En hoe mama hem niet opving omdat ze er niet bij kon…

Ik heb Luuk geaaid en gekust en met hem over zijn avontuur gepraat. Net zo lang tot hij weer helemaal rustig was. Fijn dat ik er toen wel voor hem kon zijn…


maandag 18 april 2016

Zachte kracht



Sinds 6 weken begeef ik me weer op de arbeidsmarkt. Heerlijk. Vrije tijd, voelt extra´vrij´. Ik ontmoet veel leuke nieuwe mensen en mijn geest wordt weer aan het werk gezet! Wat betreft de processen die horen bij inwerken, lig ik goed op schema. En de daarmee gepaarde gewoontes en valkuilen hebben zich aangediend. Te veel, te snel willen doen. In oplossingen denken waar ik beter vragen kan stellen, en mijn agenda te vol plannen. Ik ben op dit moment ‘onbewust bekwaam’ zoals dat heet. Dus CHECK. Alles op koers.

Inherent aan het me begeven in nieuwe situaties, zijn  tactieken die horen bij het zo snel mogelijk creëren van een ´comfortzone´ wat mijn slechtziendheid betreft.
Ruimte verkennen en inprenten waar dingen te vinden zijn. Onthouden hoe folders, kantoorartikelen er uit zien zodat ik ze in het vervolg beter herken. onthouden wie mensen zijn, hoe zij qua postuur eruit zien, zich voortbewegen en hoe hun stem klinkt. En vooral ook mensen zo snel mogelijk inlichten over mijn ogen.

Ik doe er heel stoer over maar ergens diep van binnen blijf ik dat spannend vinden. Gek eigenlijk. Ik zie nu mijn hele leven (39 jaar) slecht en ontmoet geregeld nieuwe mensen. Je zou denken, dat het went om over mijn ogen te vertellen. Toch niet. Een fractie van een seconde, voel ik altijd een soort pijn en ongemak.

In mijn team was de weg al redelijk geplaveid. Mijn collega´s wisten al van mijn visusbeperking. Maar ik kom wekelijks nieuwe mensen tegen door het ambulante karakter van mijn functie. En dan kan ik me pas écht ontspannen in dat contact als ik ’HET’ heb gezegd…
Vooral het stuk over mijn scheef staande ogen verduidelijk ik graag omdat met name dat me in mijn beleving ´anders' maakt ten opzichte van goedzienden. 
Diep van binnen wil ik niet ´anders´ zijn. Mijn aanname: als men eenmaal die scheve blik gewend is, heeft men de rest van mijn handicap niet meer zo door. Mijn slechte zicht kan ik (volgens mijzelf) redelijk verbergen en normaliseren. Dat is echter heel hard werken.
Was ik daar niet mee gestopt???

Om die pijn te omzeilen en uit zelfbescherming, leg ik in een eerste kennismaking meteen alle kaarten op tafel.
"Ik kan je niet recht aankijken omdat ik slecht zie. Mijn rechteroog is blind en mijn linker oog ziet 15%".
Gevolgd door; "Ik heb er niet zoveel last van hoor. Ik moet wat dichter bij de dingen zitten om ze te kunnen zien maar da´s geen probleem".

Mijn gesprekspartners reageren altijd positief op mijn ontboezeming. Zij hadden al lang gezien dat ik ‘iets’ aan mijn ogen heb. Reacties als geen probleem, knap van je zeg en daar heb ik respect voor, behoren tot de vele positieve commentaren.
Na zo’n positieve reactie voel ik me doorgaans weer in mijn kracht staan. Dan verdwijnen de minuscule pijnsteek en onzekerheid over de ontvangst van mijn persoon inclusief handicap.

In mijn baan, probeer ik m’n grootste valkuilen te vermijden zoals meedoen in het tempo van mijn goedziende collega’s. Bijzonder: ik krijg alle ruimte om te zijn wie ik ben, inclusief handicap. En toch neem ik die ruimte niet graag in.
Ik wil niet onder doen.

Aangezien ik mijn grootste criticus ben en een perfectionist met een duidelijk beeld van wat ‘goed werknemerschap’ is, zie ik hierin de komende tijd een mooie uitdaging, in het bijstellen van mijn overtuiging. 

Laatst hoorde ik ergens de term ‘zachte kracht’. Práchtig. Dat helpt me om zacht te zijn naar mezelf. Ook al heb ik er nog veel in te leren. Vanuit die beweging mijn weg zoeken in mijn werk en in contact treden met de mensen die ik ontmoet, klinkt heel prettig.
Een mooi voornemen.